Een oorverdovende stilte

5 augustus 2017 - Richmond, Australië

Het is bloedheet. Ik zweet me een ongeluk. Niet gek ook, het is een warme dag geweest. De derde op rij. De buitenlucht is koel, maar ik kan onder geen enkele voorwaarden de tent open laten. Allereerst zijn er de muggen. Ik ben niet direct hun favoriete slachtoffer, dat heb ik in de afgelopen jaren wel geleerd, maar als ik ze deze kans geef zullen ze deze met beide handen aangrijpen. Dan zijn er uiteraard de slangen. Het is hier wat koeler dus ze zullen niet in grote getalen mijn tent binnenglijden, maar ik sluit enig fysiek contact met de meestal dodelijke en vooral giftige tanden van een van deze prachtige dieren liever uit. Tot slot zijn er krokodillen. Of althans, er staat een waarschuwingsbord. Maar goed, mijn tent open of dicht maakt hen eigenlijk weinig uit. Toch maar dicht, op basis van de eerste twee redenen. 


Wat is kamperen toch heerlijk.


Ik heb jullie een lange tijd niet gesproken lieve lezers. Waarom? Simpel, ook een schrijver heeft af en toe zijn rust nodig. Hij moet op adem komen van wat is geweest, opladen voor wat gaat komen en belangrijker nog hij moet inspiratie opdoen waardoor hij überhaupt een mooi en interessant verhaal kan schrijven. En lieve lezers, die inspiratie kwam plots tot mij nadat de eerste Captain America film was afgelopen, ik ben helemaal om wat betreft Marvel, de klok tien over half een ’s nachts aantikte en ik alleen in mijn groene uitklaptentje kroop te midden van… absoluut niks. Vrijheid in zijn puurste vorm. Backpacken zoals backpacken zou moeten zijn. Op die ene plek waar Stef en ik hadden gezworen terug te komen, nu met Jack. Ik geef jullie een hint: ik besloot er een tekenend artiest te worden, om eens iets anders te proberen. Gaat er al een lichtje branden?


Inderdaad, het spoor over het glasheldere water.


Tussen het laatste moment dat we hier stonden, genietend van de late namiddag zon en nu, te midden van het geluid van honderden vogels en kalm stromend water heeft iets meer dan een maand tijd gezeten. Een maand waarin, vergeleken met de anderhalve daarvoor, weinig is gebeurd. Althans op het eerste oog. 


Stef en ik hebben Cairns tot ons tweede thuis gemaakt. Een stad die op het eerste oog, de dag dat we er arriveerde, in het niets leek op de grote en extravagante Australische metropolen als Sydney en Brisbane waar we eerder kwamen, bleek uiteindelijk een kleine maar zeer aangename vriend. Van ons verblijf in The Union Jack hotel waarin we werden verwend met een dagelijks gratis avondmaal, een privé balkon bij onze kamer, twee heerlijke Britse meiden waarvan er uiteindelijk een Canadees bleek te zijn, een vriendschap voor het leven met onze nieuwe en vooral avontuurlijke reisgenoot Jack (Brits as well), veel slechte muziek en avondactiviteiten die ons meer opleverde dan dat we ons konden wensen (gratis tours en hoge bar taps) tot een stad met precies alles wat een mens nodig heeft: een esplanade om over hard te lopen, gratis fitness apparatuur om de kilo’s van de eerste twee maanden weg te werken en te laten zien hoe breed een man kan worden van enkel opdrukken, een lagune om in af te koelen, een bioscoop om de Marvel liefde aan te wakkeren, clubs om heerlijk uit te gaan, een winkelcentrum om in te verdwalen en tal van winkeltjes en marktkraampjes gerund door Aziaten (entertainment gegarandeerd). Tel daar bij op dat een maand in een hostel je veel nieuwe en meer vastere contacten oplevert, je daadwerkelijk geld bespaart, je oude vrienden uit Sydney kan uitnodigen en een drankje met ze kan doen (haha, een drankje) en je ultiem kan uitslapen na ’s nachts een film te hebben gekeken en je snapt waarom we ons daar hebben thuis gevoeld en waarom ik nu pas weer schrijf.


Enfin, naast al deze heerlijke routineuze en dagelijkse bezigheden was er gelukkig genoeg tijd om te plannen. En eigenlijk lag het plan vanaf dag een al klaar. Met een auto, liefst gehuurd, samen met Stef door de outback naar Darwin. Zoals je ziet, vond Jack het ook een mooi plan, vonden wij Jack een mooie gast en hebben we, pak de atlas er maar bij lieve lezers *tromgeroffel* besloten via het regenwoud ten Noorden van Cairns via Townsville af te zakken naar Uluru en Alice Springs (ten westen van Townsville) en vanaf daar Noordelijk te gaan richting Darwin. Drieduizend kilometer ruim (herhaald voor impact, maar nu in cijfers zodat impact groter is) 3000 kilometer ruim! 


Dat is VEEL.


Dat dachten wij niet alleen. Ook het verhuurbedrijf keek ons enigszins verrast aan. Heerlijk. Dat geeft aan dat dit een waar avontuur is. Tweeëntwintig dagen lang (herhaal voor impact, maar nu in cijfers zodat impact groter is) 22 dagen lang! Verschil met de laatste road trip? Geen wiebelig Spaceship, maar een solide auto waarvan ik het merk niet ken, maar waarvan Stef zegt “een solide auto”, een rooftoptent in plaats van een muf matras in de auto en daadwerkelijk een achterbank waarop je normaal kan zitten. Verder? Geen stoelen of tafel, heerlijk primitief kamperen dus, geen elektrische koelbox, ice ice baby, een halve kookset, lang leve K-Mart, en geen verborgen opslagruimte, lang leve een “gelukkig bouwde papa de achterbank ook altijd vol” ervaring.


Sounds lovely, doesn’t it?


I will continue this story while sitting on the passenger seat of our lovely car. Oh, excuus, ik zal verder gaan in het Nederlands. De voertaal is inmiddels Engels geworden, dankzij Jack, en Stef en ik hebben af en toe niet eens meer door wanneer we Engels spreken en wanneer Nederlands. Enkel wanneer we elkaar heel snel iets willen duidelijk maken en we de woorden in de Engelse taal niet snel genoeg kunnen vinden, begeven we ons op het talige terrein van de lage landen. 


Enfin, ik vervolg dit blog dus in de auto. Stef rijdt, Jack zit achterin zijn broek te repareren en de afspeellijst voor de komende 450 kilometer is samengesteld, door moi (hopelijk is Stef er een beetje tevreden mee, hij moet immers scherp blijven). We worden omgeven door het laatste beetje begroeiing dat we deze road trip gaan zien. Bomen worden zeldzaam, zand en stof worden vijand en vriend nummer een en kaarsrechte wegen worden eerder regel dan uitzondering.


Gisteren zijn de budget boodschappen in Townsville gedaan. Geen luxe producten zoals walnoten (sorry Stef) of verse groenten. Ingeblikt voedsel vormt de helft van onze voorraad. Dit wordt aangevuld met pasta, rijst, noodles en vooruit een netje uien en twee stronken broccoli. Negen dollar vijftig per persoon per dag aan voedsel (herhaald voor impact, maar nu in cijfers zodat impact groter is) 9 dollar 50 per persoon per dag voor iets meer dan vijf dagen, niet slecht al zeg ik het zelf. De jerrycan voor extra benzine is vandaag volgetankt, we hebben 20 liter water bij ons en vanavond vullen we onze voorraad kookgas aan. De route voor de komende 9 dagen is qua waterstops, slaapplekken en afstanden in kilometers (handig voor de twee chauffeurs waaronder ik) uitgestippeld. Ik kan met trots zeggen dat we het goed hebben voorbereid.


Het avontuur kan beginnen en we hebben er allemaal echt zin in. Ik heb het avontuur gemist. Cairns was heerlijk, was nodig en heeft gezorgd voor de laatste switch van een “lange vakantie” gevoel naar een “backpack voor een langere tijd” gevoel. We gaan vanaf vandaag het echte Australië zien, zoals de locals het hier noemen. We gaan naar de roots van dit machtige eiland. We gaan leren over de Aboriginal cultuur, tevreden zijn met helemaal niets om ons heen, koken op een enkel gaspitje, slapen onder een sterrenhemel die je in Nederland nergens zal kunnen vinden en keihard genieten. Geen diepgaande gedachtes in dit blog, geen nieuwe “levenslessen”. Het is allemaal niet nodig. Het avontuur dat we aan het beleven zijn en gaan beleven, is genoeg om dit blog te vullen en jullie hopelijk te vermaken.
Een klein probleempje. Ik tik dit op mijn tablet. Heerlijk comfortabel met mijn magnetische toetsenbordje, maar zeer lastig om het blog daadwerkelijk online te kunnen plaatsen. Als we hier iets in de outback niet hebben is het een 4G, 3G, H+ of H signaal. Laat staan Wifi. Daarom lieve lezers, zal dit blog ongeveer online verschijnen een kleine week nadat ik het heb geschreven, als we Alice Springs veilig hebben bereikt. En misschien heb ik er dan stiekem toch een mooie, diepgaande gedachte aan toegevoegd. Jullie kennen me, en een nieuw avontuur brengt altijd nieuwe gevoelens en gedachtes met zich mee. Dat is het heerlijke hier, op reis in het echte Australië….

Cheers, Kai

P.s.: De outback is in de vijf jaar dat ik er niet ben geweest heftig gemoderniseerd. Waar we het telefoonsignaal pas na de eerste dag, ver de outback in, pas verloren. Worden we vandaag verrast door een WIFI signaal dat beter is dan in elke grote stad die we tot noch toe hebben bezocht. Bij deze dus het blog, op de dag dat ik het heb voltooid. Zonder toegevoegde diepgaande gedachte. Zelfs voor mij was dit te kort dag.

2 Reacties

  1. Sylvia:
    5 augustus 2017
    Ha die Kai,
    Fijn weer iets van je te horen . Heerlijk hoe beeldend je schrijft. Gisteren vroeg Kim nog aan Michelle en mij hoe het met je ging: we vroegen ons af of we een aflevering hadden gemist. Nee dus en gelukkig gaat het goed met je. Houden zo en genietse. Tot de volgende keer
  2. Karel van de Wiel:
    13 augustus 2017
    Fijn reizen: zien ervaren en genieten. Lijkt me heerlijk! en via jouw blogs reizen we een beetje mee.