"You can call me, Al"

15 juni 2017 - Allenstown, Australië

6.25. De zon is bezig met zijn ochtendritueel. Langzaam wordt het licht rondom mij. Kalkoenen komen uit de bosjes, kookaburra's beginnen voorzichtig geluid te maken en het ritselen van tenten wijst erop dat ook de mens haar nacht zoetjesaan voorbij is.

Hoe ik dit allemaal weet, vragen jullie je af? Simpel, ik lig in mijn hangmat, dik ingepakt en ingesnoerd in mijn slaapzak te genieten van het échte Australië!

Lieve lezers, vrienden, familie en anderen. Er is behoorlijk wat tijd verstreken sinds de laatste keer dat ik jullie "sprak". Eindelijk, zou ik bijna willen zeggen.

Hoezeer ik namelijk ook van het bloggen geniet en hoe graag ik jullie ook deel wil maken van mijn avonturen hier. Het feit dat ik in het hier en nu aan het genieten ben zonder steeds te denken aan een update van mijn situatie zie ik als een goed teken.

Dat neemt niet weg dat ik hier en nu in dit blog even heerlijk de tijd ga nemen om te delen wat zich hier allemaal heeft afspeeld.

Momenteel bevindt mijn gemiddeld tot kleine lichaam zich in Agnes Water. Een lieflijk dorpje aan de Oostkust net ten Noorden van Fraser Island en ten Zuiden van the town of 1770 (zoek maar op).

Het is hier warmer (plus!), de zon gaat later onder (plus), er zijn minder mensen (plus) maar er is geen Vodafone connection (spreek Surinaams uit) - hele grote min! (Of toch niet..)

Ik kan jullie het heugelijke nieuws vertellen dat ik aan het einde van mijn vorige blog gelukkig snel naar de wc heb gekund en dat deze lege blaas vervolgens een hele hoop mooie avonturen heeft meegemaakt.

Om te beginnen ons nieuwe huisje: The Bumble Bee. Een Spaceship car die van alle camping gear is voorzien, automatisch rijdt en gelukkig niet teveel benzine slurpt. Ik wilde eigenlijk openen met "van alle gemakken is voorzien". Zo presenteert het bedrijf dat deze auto verhuurt het namelijk ook. Dit valt in praktijk, hoe kan het ook anders, enigszins tegen.

Hoe zal ik het subtiel zeggen? Onderdelen laten soms spontaan los, knopjes beslissen zelf wanneer ze het doen, als je achterin (op een 1 zit's met 2 stoelen) naast elkaar zit vergaat in iedere bocht de wereld een klein beetje, en als je boven de honderd rijdt, doet het geluid dat de auto maakt de naam "Spaceship" veel eer aan.

Maar, maar, maar het reizen hier, gaat om de ervaringen onderweg en onze Spaceship voegt weldegelijk heel veel aan deze "ervaringen" toe.

Om de eerste week in deze bak samen te vatten ga ik een paar woorden gebruiken: Eva VS. accu, S.E.K.S. VS. te ver naar links rijden, tent VS. nattigheid, Stijn & Kai VS. de richting waar de zon opkomt en Kai vs. de bewering "maar deze boodschappen zijn wel voor de helemaal maand hoor". Als je toelichting wilt, plaats dan maar een reactie!

Enfin...

15.44. Het mooie aan de middle of nowhere lijkt me duidelijk. Prachtige vergezichten, zonsondergangen om je vingers bij af te likken en een prachtige ontsnapping aan het dagelijkse, drukke leven.

Een nadeel is echter het gebrek aan elektriciteit.

Daar kwam ik vanmorgen ook achter toen mijn telefoon tijdens het schrijven van dit blog plots uitviel. Daar zit je dan met je verhaal en het gevoel dat je wilt overbrenoen.

Gelukkig kan een begenadigd schrijver dit gevoel makkelijk terughalen en zich opnieuw inleven in zijn adembenemend mooie verhaal. Ik ben echter niet zo'n schrijver, maar ondanks dat ga ik mijn best doen.

De eerste week was mooi, gaf vrijheid en was zo anders dan onze avonturen van daarvoor.

Het leerde ons echter ook dat 30 dagen (zolang hebben we de auto gehuurd) kamperen heel erg veel is.

Dolblij waren we dan ook dat we in Noosa eindelijk mochten plaatsnemen in een hostel. Douche, goed matras, mensen die voor je koken en warmte.

Bumper: Stijns been valt momenteel liefdevol tegen me aan. Wat houd ik toch van deze auto.

En door! De reden dat we in het hostel plaats mochten nemen was simpel: tijdens onze dertig dagen richting Cairns hebben we ook 2 trips geboekt. Naar Fraser Island en naar de Whitsundays. Vanuit Noosa zouden we Fraser aan gaan doen.

Samenvatting: Het grootste eiland van Queensland, een strand dat dienst doet als snelweg (80km/u) en landingsbaan, wilde Dingo's, een zee met haaien, walvissen en dolfijnen en onze eigen uber, te gek gaaf coole 4x4 drive.

Over deze cougar mobiel kan ik een heel blog schrijven, maar ik ga de superlatieven proberen samen te vatten. We zaten er met 8ten in, iedereen had 1 kleine tas omdat de auto anders wegzakte in het zand, we werden vergezeld door 4 facking geniale dames waarvan 3 Brits en 1 Hollands en we hebben de tijd van ons leven gehad.

Voor degene die snapchat hebben, jullie hebben de filmpjes voorbij zien komen. Voor degene die het niet hebben. Punt 1: download het! Punt 2: ik zal een aantal foto's plaatsen zodra ik beter internet heb!

15.55. Na een korte adempauze ben ik weer terug. Ik, de jongen die nooit misselijk wordt in een auto, moest toch echt even een paar minuten uit het raam turen voordat ik weer bij zinnen was.

Ik wilde jullie nog 1 ding vertellen. Ik wil eigenlijk dolgraag nog 1 ding met jullie delen. Alles wat we hebben meegemaakt is geweldig. Ik heb nog niet eens de helft verteld. Ik ben voor mijn doen ook redelijk van de hak op de tak aan het springen. En ik heb mezelf zojuist voorgenomen verhalen korter op elkaar te gaan opschrijven.

Maar genoeg opbouw, jullie willen natuurlijk dolgraag weten waar ik jullie deel van wil maken. Komtie! 2 woorden: ELANDA POINT!!

Van alles wat ik de afgelopen weken heb meegemaakt, heeft deze plek de meeste indruk op me gemaakt. Waarom? Hier komt het verhaal.

Allereerst kwamen we, zoals elke keer, in het donker op deze plek aan. Het plan was in Noosa te overnachten, maar dat kon écht niet. Duur, geen tentoptie of gewoon geen plek.

We werden gered door een tip van een lieve dame. Zij sprak de magische "Elanda Point".

1 Probleem: we moesten er voor 6 uur zijn. De situatie: het was 17.25 en het was 33 minuten rijden. Het was inmiddels pikdonker en in Australië hebben ze de straatlantaarn alleen in de grote stad uitgevonden. Daarnaast komt het grote Australische dierenrijk na zonsondergang tot leven, dus de vraag was niet eens of we voor zessen zouden aankomen, maar hoeveel kangoeroes we onderweg zouden scheppen.

Een ratrace leidde uiteindelijk tot een kort moment van vreugde gevolgd door een grote teleurstelling. De klok gaf 17.55 aan, het hek vertelde ons dat we te laat waren: dicht.

Het zijn van een backpacker maakt echter oerkrachten in je los. Je denkt dat je alles kunt, dat alles mogelijk is en dat elk probleem kan worden opgelost. Daarom stapte Stijn en ik over het hek, rende we naar een huis wat op een receptie leek en werden we zowaar nog beloond ook: het licht brandde nog, een man die nog nooit van inbrekers of terroristen had gehoord (of er niet in geloofde) gaf ons een sleutel van de hele accomodatie en zei dat we morgen maar de betaling moesten regelen.

Wat we aantroffen toen we het terrein opreden was even mooi als angstaanjagend: een totaal verlaten campingground van meerdere tientallen hectare, gelegen aan een doodstilliggend meer waar de zon en sterren letterlijk in werden weerspiegeld.

Onze plek was die aan het ministrandje met het prachtige uitzicht over dit meer. Om ons heen stilte. En achter ons een donker gapend gat. Naar de wc's durfde we niet te lopen en dus trad de nacht na een plas tegen een boom vroeg in.

De dagen daarna zouden opnieuw een heel blog kunnen vullen (MIJN GOD WAT WAS HET MOOI) maar opnieuw voel ik me genoodzaakt het beeldend samen te vatten: een adembenemende zonsopkomst, een spiegelend en zo ver het oog kijkt strekkend meer, meer dan 40 kangoeroes die ons rond het zakken van de zon vergezelde, nadat we het donker hadden getrotseerd heerlijke warme douches en, op een paar lieve en behulpzame mensen na, een campground voor onszelf.

Af en toe peddelde we op en neer naar Noosa voor een mooie stranddag of boodschappen en uiteraard trotseerde we elke nacht de koude temperaturen die ons nog voor even zouden teisteren. De oplettende lezer die nu nog aan het lezen is, weet dat deze temperaturen nu verleden tijd zijn. Ik lag namelijk aan het begin van dit blog om 6.25 's ochtends in een hangmat. Ik kan veel hebben, maar ook ik kan eventuele kou op dat tijdstip niet handelen.

Het mooiste wat we hier echter hebben gedaan en misschien wel het mooiste dat ik ooit heb gedaan, was onze kayaktocht over het meer en door de "jungle".

Woorden heb ik hier eigenlijk niet voor. Foto's heb ik hier ook nauwelijks van. Je mag zelf raden hoe dat komt. En eigenlijk kan je het gevoel dat ik kreeg enkel ervaren als je deze tocht zelf onderneemt.

Totale stilte, rimpelloos water, pelikanen die geruisloos overvliegen, vergezichten zo ver het oog reikt, kleine waterweggetjes waar nog nooit iemand heeft gevaren, de zon hoog aan de hemel en het voldane gevoel door de constante inspanning van het peddelen. Ik was (en ben) hier intens gelukkig.

De foto die ik bijvoeg (lees: probeer bij te voegen) vat dit geluk in een plaatje samen.

Klaar? Einde? Nope. Ik heb jullie namelijk vorige keer verteld dat de titel van mijn blog altijd slaat op iets serieus en een klein grapje. Dat is deze keer niet helemaal zo. Beide feiten gaan nu meer hand in hand.

Voor de kenners "You van call me, Al" (de titel van dit blog) is een heerlijk energiek en muzikaal sterk nummer op het album "Graceland" van Paul Simon. Ik ken deze muziek van thuis en ben mijn ouders (vooral papa) dankbaar dat ik ermee opgevoed ben.

Wat het echter is met deze muziek: je moet vaak maar afwachten of anderen het kennen noch waarderen. Beiden feiten werden echter direct bevestigd toen ik tijdens mijn eerste "shotgun" het nummer ten gehore bracht.

Gedurende onze tot nu toe al gedenkwaardige roadtrip is dit het nummer wat ons voor altijd aan elkaar zal doen laten denken. Stijn, Eva, Stef, Jill, Emily, Heather en Sophie. Altijd zal ik aan hen denken als dit nummer uit de speakers knalt. Klinkt sentimenteel, is het misschien ook, maar stiekem weet iedereen die zo'n nummer/herinnering heeft dat dit, excuus voor het taalgebruik, godverdomme wel waar is!

Dat was het echt! From now on you can call me facking Al!


Kai out *mic drop*

Foto’s

3 Reacties

  1. Karel van de Wiel:
    15 juni 2017
    Blijf maar genieten!!
  2. Karel van de Wiel:
    15 juni 2017
    Die muziek van Paul Simon is uit 1986. Tijdloos!
  3. Ad en angeliwue:
    15 juni 2017
    Leuk dat je ook op Whitsundays bent geweest hebben wij mooie herinneringen aan. Geniet maar goed daar aan de oostkust. Ad en Angelique